-
1 balanceren
balancer -
2 doen schommelen
balancer -
3 laten balanceren
balancer -
4 wiegelen
balancer -
5 balanceren
ww1) se tenir en équilibre, se balancer2) balancer, mettre en équilibre -
6 ploffen
1 [dof geluid maken door te vallen] tomber avec un bruit sourd3 [ontploffen] exploser4 [zich laten vallen] s'affaler♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [neergooien] balancer♦voorbeelden: -
7 schommelen
1 [heen en weer bewegen] balancer2 [zich schommelend vermaken] se balancer3 [zich bewegen om een gemiddelde] osciller4 [wiegen] bercer♦voorbeelden:de prijzen schommelen • les prix fluctuent -
8 slingeren
1 [zwaaien] osciller2 [zigzaggen] zigzaguer3 [zwaaiende beweging maken] balancer4 [ordeloos neergelegd zijn] traîner5 [kronkelen] serpenter♦voorbeelden:met de fiets slingeren • zigzaguer en vélode auto slingerde over de straat • la voiture zigzaguait dans la ruehij slingert als iemand die dronken is • il titube comme un ivrogneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een zwaai werpen] lancer2 [zwaaiende beweging doen maken] agiter3 [winden om] enrouler4 [met een slinger voortbewegen] lancer avec une fronde♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tussen vrees en hoop heen en weer geslingerd worden • osciller entre la crainte et l'espoirIII 〈wederkerend werkwoord; zich slingeren〉1 [kronkelen] serpenter2 [+ om][zich om een voorwerp kronkelen] s'enrouler (autour de)♦voorbeelden: -
9 smakken
1 [geluid maken] faire du bruit en mangeant2 [vallen] tomber lourdement♦voorbeelden:1 smak niet zo! • ne fais pas tant de bruit en mangeant!2 tegen de grond smakken • 〈m.b.t. iets〉 s'écraser contre le sol; 〈m.b.t. iemand〉 se casser la figureII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [smijten] balancer♦voorbeelden: -
10 ploffen
-
11 schommelen
-
12 slingeren
-
13 afdonderen
1 [naar beneden vallen] dégringolerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar beneden gooien] balancer♦voorbeelden:1 pas op, of ik donder je de trappen af • gare à toi, ou je te balance dans l'escalier -
14 afmieteren
-
15 balanceren
1 [zich in evenwicht houden] se tenir en équilibre2 [besluiteloos zijn] balancer♦voorbeelden:op de rand van een bankroet balanceren • être à deux doigts de la banquerouteII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 bengelen
-
17 iemand wippen
iemand wippenbalancer qn. -
18 inkwakken
-
19 je kunt het hier wel naar beneden sodemieteren
je kunt het hier wel naar beneden sodemieterenDeens-Russisch woordenboek > je kunt het hier wel naar beneden sodemieteren
-
20 kieperen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
balancer — [ balɑ̃se ] v. <conjug. : 3> • XIIe; de 1. balance I ♦ V. tr. 1 ♦ Mouvoir lentement tantôt d un côté, tantôt d un autre. Balancer les bras, les hanches (⇒ onduler) en marchant. Balancer un enfant pour l endormir. ⇒ bercer. Les vagues… … Encyclopédie Universelle
Balancer — (Robbe LIPOLY EQUALIZER) für Lithium Polymer Zellen beim Ausbalancieren eines 3 zelligen Akkus Der Begriff Balancer, zu deutsch (Zellen Ladungszustands ) Ausgleicher oder Ausgleichsregler, bezeichnet ein elektrisches Gerät, das optimale Ladung… … Deutsch Wikipedia
balancer — BALANCER. v. a. Tenir en équilibre. Un danseur de corde qui ne balance pas bien son corps, est en danger de tomber. f♛/b] On dit, Se balancer, pour dire, Se pencher tantôt d un côté, tantôt d un autre, en marchant. [b]f♛/b] Il se dit aussi De… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
balancer — Balancer. v. act. Tenir en equilibre. Un danseur de corde qui ne balance pas bien son corps, est en danger de tomber. On dit, Se balancer, pour dire, Se pencher tantost d un costé, tantost d un autre en marchant. Il se dit aussi de deux personnes … Dictionnaire de l'Académie française
balancer — Balancer, Librare. Balancer par metaphore, c est pancher sans arrest, ores d un costé ores de l autre, comme, Il balança longuement entre les deux opinions, et à la fin s arresta en celle du Roy. Ainsi dit par ce que les bonnes balances s entre… … Thresor de la langue françoyse
Balancer — Bal an*cer, n. 1. One who balances, or uses a balance. [1913 Webster] 2. (Zo[ o]l.) In Diptera, the rudimentary posterior wing. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Balancer — are a hybrid breed of beef cattle, a combination of Gelbvieh and Angus. These cattle are bred for their hybrid vigour, resulting in a higher growth rate and better quality meat.References* [http://www.gelbvieh.asn.au/BreedBenefits.html Breed… … Wikipedia
balancer — [bal′ən sər] n. 1. a person or thing that balances 2. an acrobat 3. HALTER2 … English World dictionary
balancer — (ba lan sé ; le c prend une cédille devant l a et l o : il balançait, nous balançons) v. a. 1° Tenir en équilibre, au propre et au figuré. Un danseur de corde qui ne balance pas bien son corps risque de tomber. • Laissez à mes mains Le soin… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
BALANCER — v. a. Tenir en équilibre. Un danseur de corde qui ne balance pas bien son corps, est en danger de tomber. Il signifie aussi, Mouvoir, agiter un corps de manière qu il penche ou qu il soit porté tantôt d un côté, tantôt de l autre. Un corps… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Balancer chromosome — A balancer chromosome is a genetic tool used to prevent crossing over (genetic recombination) between homologous chromosomes during meiosis. Balancers are most often used in Drosophila melanogaster (fruit fly) genetics to allow populations of… … Wikipedia